Het instemmingsrecht is van toepassing op allerlei sociale regelingen, die limitatief staan opgesomd in art. 27 WOR. Invoering, wijziging en intrekking van deze regelingen zijn instemmingsplichtig. Als zaken al geregeld zijn in de cao, gaat de cao voor. Als de cao ruimte biedt voor een regeling op bedrijfsniveau, heeft de OR instemmingsrecht. Wees alert op veranderde wetgeving, waardoor een bedrijfsregeling moet worden aangepast. Ook dan moet instemming worden gevraagd aan de OR.
Vereisten van een
instemmingsverzoek
|
=>
|
a) voorgenomen besluit op schrift
b) bevat de beweegredenen
c) bevat een overzicht van de gevolgen voor de in de onderneming werkzame personen
|
Procedure
|
=>
|
a) tenminste eenmaal overleg met de voltallige OR en leden van het toezichthoudend orgaan
b) zonder instemming van de OR kunnen regelingen die onder het instemmingsrecht vallen niet worden ingevoerd
c) als de OR geen instemming geeft, dan moet de bestuurder naar de kantonrechter om vervangende toestemming te krijgen
|
Instemming
|
=>
|
bestuurder kan besluit nemen en uitvoeren, de OR wordt geïnformeerd
|
Geen instemming
|
=>
|
a) bestuurder kan besluit niet nemen, maar kan vervangende instemming aan de kantonrechter vragen
b) als de bestuurder tóch overgaat tot uitvoering, dan kan de OR binnen één maand nadat hij daarvan op de hoogte is de nietigheid van het besluit inroepen. Als de bestuurder de uitvoering niet direct staakt, dan kan de OR de kantonrechter vragen om de uitvoering te stoppen.
|
Vervangende instemming kantonrechter
De kantonrechter geeft vervangende instemming als de argumenten van de ondernemer voor het voorgenomen besluit zwaarder wegen dan die van de OR voor het onthouden van zijn instemming. De rechter moet hierbij alle argumenten over en weer gemotiveerd afwegen. Wanneer er sprake is van zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, -economische of sociale redenen kan de kantonrechter toch instemming verlenen.