De formele overlegpartner voor de OR is de bestuurder, dat is degene die de hoogste leiding heeft in de organisatie. De bestuurder kan deelname aan het overleg delegeren aan diegene uit het managementteam die de medezeggenschap in z’n portefeuille heeft of de HR-manager.
Formeel overleg
a) De overlegvergadering (OV)
In deze vergadering praten de OR of de PVT en de bestuurder over onderwerpen die de organisatie betreffen. De ondernemingsraad en de bestuurder zijn verplicht om binnen twee weken met elkaar in een overlegvergadering bijeen te komen als één van beide partijen met een toelichting van de reden hierom vraagt (art. 23 lid 1 WOR).
Meer informatie:
Beide partijen kunnen punten aandragen om in de overlegvergadering (OV) te bespreken. In de overlegvergadering kunnen partijen informatie uitwisselen, meningen delen, argumenten bespreken en tot besluiten komen. Een overlegvergadering kan niet plaatsvinden als minder dan de helft van het aantal OR-leden aanwezig is. Staat er een adviesplichtig onderwerp op de agenda van de overlegvergadering, dan is de aanwezigheid van een of meer commissarissen of leden van de raad van toezicht verplicht. Hoewel zij daartoe niet verplicht zijn maken de bestuurder en de OR meestal een jaarplanning voor de overlegvergaderingen. Je kunt hierbij denken aan minimaal zes overlegvergaderingen per jaar.
|
b) Het artikel-24-overleg
Minimaal twee maal per jaar vindt overleg plaats tussen de bestuurder en de medezeggenschap over de algemene gang van zaken van de organisatie. Bij dit overleg zijn ook een of meerdere commissarissen of leden van de raad van toezicht aanwezig.
Informeel overleg
Buiten de OV kan informeel overleg plaatsen met de bestuurder. Het voordeel hiervan is dat je makkelijker inzichten uitwisselt, wat bijdraagt aan een snelle besluitvorming. Besluitvorming kan nooit plaatsvinden in een informeel overleg. Wel kunnen partijen bij de start van een besluitvormingsproces informeel met elkaar in gesprek gaan. Om daarna het besluitvormingsproces formeel af te ronden.