07 september 2023

'Tijdloze wijsheid - William Morris en duurzaam werken'

Rolf Blankemeijer
Rolf Blankemeijer 765x300px

Afgelopen zomervakantie was ik in London. Een wereldstad die je altijd weer blijft verrassen.

Mocht je nog eens London willen bezoeken dan heb ik een tip. Als je de wisseling van de wacht bij Buckingham Palace en het museum van The Tower wel hebt gezien, breng dan eens een bezoek aan Hammersmith. Dit is een buitenwijk, rustiek gelegen aan een bocht van de rivier de Thames.

Interessant, omdat behalve de restaurantjes en de pubs aan het water, in Hammersmith de bakermat van The Arts and Crafts-beweging ligt. Deze speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het socialisme en communisme, maar het was ook de bakermat van het huidige denken over duurzaam ondernemen en aantrekkelijk werkgeverschap. Maar hoezo dan?

Hammersmith, 'creative hub' van de 19e eeuw
De centrale figuur in dit tijdperk is William Morris, die in de tweede helft van de 19e eeuw in Hammersmith woonde. Je kunt daar zijn huis – nu ingericht als museum – nog bezoeken. Morris was een ongelofelijk veelzijdig man. Hij vervulde tegelijkertijd de rollen van werkgever en vakman, hij was dichter, schrijver, kunstenaar, kamergeleerde en politicus. Hij was op hetzelfde moment kapitalist, socialist én communist. Er zijn boeken vol over hem geschreven. Hij slaagde erin om in Hammersmith de meest briljante, begeesterde, creatieve en ronduit maffe mensen om zich heen te verzamelen. Dit maakte Hammersmith aan het eind van de 19e, begin 20e eeuw tot wat men nu een 'creative hub' zou noemen.

Terug naar ambachtelijk werk en werkgeluk
William Morris zag de nadelen van de industriële revolutie in zijn tijd. De degradatie van de menselijke arbeid met alle sociale problemen van dien, met lelijke massaproducten van lage kwaliteit, verspilling van materiaal en vervuiling van de natuur. Zijn oplossing was het terugbrengen van het vakmanschap in het werk. Mensen moesten weer met plezier hun werk gaan doen. Werkgeluk dus! Zij zouden mooie ambachtelijke producten moeten maken,  waarop zij trots zijn en waar de consument lang plezier van heeft.

Morris was wars van verspilling en vervuiling. Ook was hij een voorstander van fair pricing. Werknemers moeten een fatsoenlijk loon krijgen en alle kosten moeten worden doorberekend in de prijs van een product voor de consument. Geweldige ideeën, als je naar onze eigen tijd kijkt, met de door mensen aangewakkerde klimaatverandering, armoede en milieuvervuiling in de landen waar wij zo voordelig mogelijk onze producten en grondstoffen vandaan halen. En waarin het momenteel voordeliger is om met Ryanair via Dublin van Amsterdam naar Eindhoven te vliegen dan gewoon de trein te pakken.

Droom of werkelijkheid?
Morris produceerde meubels, behang, glaswerk, tapijten en later ook boeken. Alles van een hoge kwaliteit, geproduceerd door goed betaalde werknemers. Producten die daarom voor de gewone man of vrouw niet waren te betalen. Geen wonder dat dit, alle goede bedoelingen ten spijt, geen commercieel succes werd. Mensen bleken toen de voorkeur te geven aan kwantiteit boven kwaliteit en namen zaken zoals vervuiling van het milieu en uitbuiting van werknemers op de koop toe. Mag je daaruit concluderen dat Morris een dromer was en zijn ideeën van toen ook nu niet te verwezenlijken zijn? Ik denk het niet.

Morris' lessen voor onze tijd
Morris leefde in een tijd waarbij de levenstandaard - vergeleken met onze tijd - erg laag was, de milieuvervuiling nog niet tot klimaatverandering leidde en het aanbod van arbeidskrachten de vraag ver overtrof. De omstandigheden zijn nu heel anders: er is een tekort aan arbeidskrachten en onze minimale levensbehoeften zijn voor de meeste werknemers wel vervuld. Dat biedt mogelijkheden om in te zetten op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Misschien kunnen we daarom beter inzetten op de kwaliteit van werken?

Ik denk daarbij aan duurzame inzetbaarheid, werkgeluk en ontwikkeling van medewerkers. Met Morris in gedachten: meer aandacht aan duurzaam werken en produceren? En fair pricing van eerdere schakels in de productieketen, zoals de leveranciers van grondstoffen en diensten. Zeg maar: het verbeteren van de koopkracht voor iedereen, in plaats alleen voor de gelukkigen die onder een mooie cao vallen. Zo in het zonnetje langs de Thames wandelend leek mij dat in ieder geval een mooi streven. Ik ben benieuwd of ik die zonnige gedachten ook tijdens de komende cao-overleggen kan vasthouden.

Rolf Blankemeijer