06 december 2022

Interview FNV bestuurder Ali Aklalouch

Pim Beljaars
Profielfoto Ali Aklalouch 765x300px

Ali’s eerste 100 dagen: Maak kennis met FNV-bestuurder van de GEO sector.

Wie is Ali en wat doet hij?
Ali Aklalouch (37 jaar) is werkzaam bij de FNV als bestuurder en onderhandelaar. Op 1 augustus heeft hij de overstap gemaakt naar de sector GEO. Tevens maakt hij sindsdien als penningmeester deel uit van het bestuur O&O fonds GEO. Hiervoor was hij namens de FNV al zes jaar actief in de sector Handel.

Wat vind je belangrijk in het leven? Wat zijn je normen en waarden?
“Er is heel veel dat ik belangrijk vind, maar als ik het moet samenvatten dan komt het bij elkaar in één algemene leefregel, namelijk: gun een ander, wat je ook voor jezelf wenst. Wil je een gelukkig leven leiden? Gun een ander dat ook. Wil je je geen zorgen hoeven maken over je inkomen? Gun dat een ander ook. Wil je met veel plezier je werk kunnen doen? Gun dat een ander dan ook. Als we deze leefregel als maatstaf zouden nemen, dan hebben we met elkaar een plezierig leven. Een beetje aandacht voor elkaar maakt alles mooier.”

Hoe ben je in je werk als bestuurder terecht gekomen?
“Ik heb geen romantisch verhaal over hoe ik in aanraking ben gekomen met de wereld van de arbeidsvoorwaarden. Zo’n 11 jaar geleden ben ik als communicatieadviseur gaan werken bij Abvakabo FNV. Na de grote fusie van de FNV is het besef pas gekomen dat ik mij thuis voel bij de werkende klasse en wilde ik ook iets betekenen voor mensen die het hard nodig hebben. Zo is ook het vuurtje aangewakkerd om uiteindelijk bestuurder te worden.”

Je bent ook penningmeester van het O&O fonds. Wat heb je met financiën?
“In het verleden was ik altijd al geïnteresseerd in economie, management en organisatie. Ik ben mijn loopbaan begonnen bij een grote financiële dienstverlener. Daar heb ik geleerd dat financiën eigenlijk de basis is van je bestaan als organisatie. Als de financiën gezond zijn, kun je zorgeloos werken aan je organisatiedoelen. De basis van de activiteiten van het O&O-fonds is ook de financiering ervan. Ik heb in de afgelopen 3 maanden ervaren dat het een stuk makkelijker is om beslissingen te nemen over mooie projecten wanneer er voldoende financiële ruimte is. De twee basisvragen die ik dan altijd stel zijn: draagt het bij aan onze doelen en kunnen we het betalen? Als het antwoord op beide vragen ‘ja’ is, sta ik er als penningmeester vrijwel altijd positief in.”

Waar ben je trots op in je loopbaan tot nu toe?
“Ik ben vooral trots op goede afspraken die we maken voor werknemers samen met werkgevers. Ik blik dan altijd wel met plezier terug naar een resultaat die we hebben kunnen bereiken aan bijvoorbeeld de cao-tafel. Vaak gaat dat in goed overleg, maar dat lukt helaas niet altijd. De kunst is om dan toch weer terug te grijpen naar het gezamenlijk belang die je hebt voor de sector. Neem bijvoorbeeld de sector GEO. Als vakbonden en werkgevers uitgaan van het gezamenlijke belang om de sector aantrekkelijk te houden voor huidig en toekomstig personeel, kun je daar samen hele constructieve gesprekken over voeren.”

Wat zijn je beelden van de GEO sector tot nu toe?
“Er vallen mij drie dingen op:

Het is een geweldig dynamische, maar vooral ook waardevolle sector. Dynamisch omdat er voortdurend veel veranderingen zijn en waardevol omdat er nuttig werk wordt verricht voor de Nederlandse maatschappij. De GEO medewerkers zijn onmisbaar voor de samenleving. Een bezoek aan HVC en Twence onlangs heeft bijvoorbeeld indruk op me gemaakt. Zowel de diversiteit in dienstverlening als ketenpartner en het produceren van energie, maar ook de diversiteit in functies. Tegelijkertijd zie ik dat sommige bedrijven ook worstelen met een imagoprobleem.

Ten tweede: Er is een goede respectvolle dialoog tussen werkgevers en werknemers in de sector. Het gezamenlijk belang is in beeld: hoe houd je de sector aantrekkelijk en hoe ben je ook aantrekkelijk voor mensen buiten de sector? Hiervoor is overigens nog wel extra gezamenlijke visieontwikkeling nodig.

Ten derde zie ik dat medewerkers, ondanks goede cao-afspraken, het wel lastig hebben de eindjes aan elkaar te knopen door de inflatie en energieprijzen. Dit brengt wat wrijving met zich mee en ongemak.”

Aantrekkelijk werkgeverschap is het jaarthema voor de WENB volgend jaar. Wat versta jij daaronder?
"1. Reputatie en herpositionering van de sector.
Het werk en de sector vragen om een herpositionering van het imago. Vroeger zei men: als je niets kunt, kun je vuilnisman worden. De sector is echter in de tussentijd enorm ontwikkeld en ook de mogelijkheden zijn enorm divers. Je kan als sector tonnen steken in wervingscampagnes, maar als het beeld slecht is blijft het lastig om mensen te werven.

2. Gewoon goede arbeidsvoorwaarden.
De arbeidsvoorwaarden moeten gewoon goed zijn. Nu én in de toekomst. We hebben te maken met een arbeidsmarkt die ontzettend snel aan het veranderen is. Sluiten we nog voldoende aan? Hebben we voldoende oog voor diversiteit? Zijn we klaar voor de komende 20 jaar?

3. Sectoraal werk maken van behoud en aannemen personeel.
Werkgevers moeten meer samen optrekken om één arbeidsmarkt te creëren zodat je mensen een loopbaan kunt bieden binnen de sector. Op deze manier hoef je als werknemer misschien de sector nooit meer te verlaten. Je start achter op de vrachtwagen en wordt na een aantal jaar ergens operator bij een afvalenergiecentrale. De werkgevers hebben samen een enorme diversiteit aan mogelijkheden. De belangrijkste uitdaging voor de sector is om voldoende personeel te werven en te behouden. Daar is nog een professionaliseringsslag te maken in de sector. Ook in de samenwerking tussen bedrijven."