Nederland is een welvarend land, maar de barsten onder de oppervlakte waar al langer over wordt gesproken, moeten volgens sociale partners nu aangepakt worden. Het advies bevat een groot pakket aan maatregelen dat tot brede welvaart voor alle Nederlanders moet leiden. Zekerheid van werk en inkomen, hoger toekomstig verdienvermogen, wendbaarheid van bedrijven, gelijke kansen en een duurzaam leefklimaat. De SER vraagt een nieuw kabinet daar fors in te investeren.
Download het rapport Sociaal-economisch beleid 2021-2025 (pdf)
In dit artikel de punten van het SER-advies op een rij als het contract voor onbepaalde tijd het uitgangspunt is:
- Reguleren van tijdelijke contracten en driehoeksrelaties
- De onderbrekingstermijn van zes maanden in de keten vervalt. De keten in het BW wordt dan maximaal drie tijdelijke contracten gedurende maximaal drie jaar. Er is geen afwijkingsmogelijkheid meer in de cao. Voor studenten/scholieren blijft een onderbrekingstermijn van zes maanden bestaan. Voor seizoensarbeid drie maanden.
- Oproep- en nulurencontracten worden afgeschaft. De arbeidsovereenkomst kent dan een minimaal te werken uren op kwartaalurennorm zodat het loon voorspelbaar wordt.
Scholieren/studenten kunnen gedurende hun opleiding wel op oproep werkzaam blijven.
- Uitzendarbeid wordt sterk gereguleerd door certificering van de uitzendbureaus.
- Fase A met uitzendbeding wordt teruggebracht naar 52 weken (nu 78 weken). De onderbrekingstermijn van zes maanden voor fase A vervalt. Studenten en scholieren zijn hier van uitgezonderd.
- Fase B wordt maximaal zes tijdelijke contracten gedurende twee jaar. Dat is een halvering. Ook hier vervalt de onderbrekingstermijn van zes maanden. Behalve bij studenten/scholieren of seizoensarbeid.
- De arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten zijn ten minste gelijkwaardig aan dat van de inlener. De uitwerking hiervan ligt bij sociale partners.
- Afzonderlijk pensioenreglement voor uitzendkrachten.
- Voor contracting komt een ‘Code verantwoord arbeidsmarktgedrag’
- Invoering code verantwoord arbeidsmarktgedrag die bindend en handhaafbaar is. Er komt een codekamer met een onafhankelijk voorzitter bij de Stichting of de SER.
- Uitsluiting loondoorbepaling bij oproepcontracten vervalt met uitzondering van studenten /scholieren met oproepcontract of met uitzendbeding in fase A.
- Maatregelen om duurzame arbeidsrelatie te stimuleren
- Werkgever moeten actiever gebruik maken van zelfroosteren of jaarurensystematiek
- Eenzijdig (tijdelijke) aanpassing van de arbeidsduur met 20% voor alle werknemers bij bedrijfseconomische omstandigheden als de werkgever het loon volledig doorbetaald. In overleg tussen decentrale partijen kan hiervan worden afgeweken. De werkgever is verzekerd voor 75% van de loonkosten door een compensatieregeling van Rijkswege.
- Bij dreigend ontslag kan een overeenkomst van-werk-naar-werk worden afgesproken. De transitievergoeding hoeft dan niet te worden betaald. Als het lukt om een medewerker met een flex-contract te begeleiden naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd dan krijgt de werkgever de flex-opslag op de WW-premie met terugwerkende kracht terug. Wanneer de medewerker tijdens het traject toch een beroep moet doen op de WW-uitkering volgt een hogere WW-uitkering.
- De SER werkt een voorstel uit voor het stroomlijnen van de verschillende verlofregelingen met een maatschappelijk karakter naar nieuwe regeling Maatschappelijk Verlof die zorgt voor inkomenscompensatie van de werkenden. De SER zal voorstellen doen voor een evenwichtige financieringswijze.
- De loondoorbetalingsverplichting van 104 weken blijft bij arbeidsongeschiktheid. Werkgevers kunnen zich verzekeren zodat de loon- en re-integratieverplichting bij een verzekeraar terecht komen.
- De drempel voor de WGA gaat van 35% naar 15%.
- De financiering van de WGA via de werkgeverspremie wordt verkort van tien naar vijf jaar.
- Op het gebied van pensioen zal het pensioenakkoord verder worden uitgewerkt. Een nieuwe minister zal zich opnieuw buigen over een mogelijke regeling voor vervroegde uittreding na 45 dienstjaren.
- Het verrichten van zelfstandige arbeid
- Rechtsvermoeden van werknemerschap bij een tarief onder het maximumdagloon (30 a 35 euro per uur). De opdrachtgever heeft bewijslast.
- Fiscale faciliteiten zijn voor zelfstandigen die daadwerkelijk risico lopen. De zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd.
- Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
- Pensioenen overeenkomstig het pensioenakkoord.
- Collectief onderhandelen moet mogelijk zijn voor een eerlijke en toereikend tarief binnen de EU kaders, daarvoor wordt overleg gezocht met ACM.
- Webmodule en civielrechtelijke handhaving tarieven boven het maximumdagloon blijft gelijk.