Werkgever aansprakelijk voor schade werknemer door zwaar belastend werk
Als werkgever heb je een zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving van je werknemers. De werkgever moet die maatregelen nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt.
Schiet je als werkgever tekort in deze zorgplicht dan ben je aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn functie lijdt. Je bent niet schadeplichtig als je kunt aantonen dat je je zorgplicht bent nagekomen of als je kan aantonen dat de schade is ontstaan als gevolg van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer in kwestie.
Er geldt in deze situaties een omgekeerde bewijslast als de werknemer stelt en zo nodig bewijst dat hij zijn werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor zijn gezondheid, én hij lijdt aan gezondheidsklachten die daardoor kunnen zijn veroorzaakt. Als werkgever moet je dan aan kunnen tonen dat je aan je zorgplicht hebt voldaan.
Wat speelde er in deze situatie?
De werknemer was van 1998-2004 werkzaam als samensteller op de assemblageafdeling bij werkgever. Een van de taken was het sorteren en monteren van tafelpoten (ongeveer 10 kg) en ook het regelmatig verplaatsen van zware pallets (23kg) en het monteren van frames. In 2004 heeft de werknemer zich voor het eerst ziekgemeld wegens rugklachten. Daarna is hij nog vaker ziek geweest en regelmatig op spreekuur geweest bij de bedrijfsarts in verband met rugklachten. Naar het oordeel van de bedrijfsarts had de werknemer blijvende beperkingen voor zware rugbelasting, waaronder frequent bukken, vaak voorovergebogen staan en zwaar tillen. De werknemer heeft daarna van 2004 -2012 in de winkel gewerkt. Daar waren de werkzaamheden lichter, maar heeft hij af ten toe ook zware materialen moeten tillen. Vanaf 2009 kreeg hij lichtere werkzaamheden. De werknemer is als gevolg van een reorganisatie in 2012 ontslagen. Na afloop van de WW periode heeft de werknemer zich ziekgemeld. In 2016 is aan de werknemer een IVA-uitkering toegekend van 80-100%.
De werknemer heeft de werkgever aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade als gevolg van rugklachten. De werkgever heeft de aansprakelijkheidsstelling afgewezen omdat geen arbeidsgerelateerde aandoening kon worden aangenomen en omdat niet kon worden aangenomen dat de schade is geleden in de uitoefening van de functie. De werknemer stapt naar de rechter.
Omgekeerde bewijslast: "Werkgever heeft niet aan zorgplicht voldaan"
Wat zegt de kantonrechter?
De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade die de werknemer heeft geleden. De werkgever heeft niet kunnen aantonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan.
“Het is in het kader van de toepassing van artikel 7:658 BW aan de werknemer om te stellen en te bewijzen dat hij schade heeft opgelopen in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Wanneer hij echter in de uitoefening van zijn werkzaamheden is blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke omstandigheden en schade aan zijn gezondheid heeft opgelopen, moet het door de werknemer te bewijzen oorzakelijk verband tussen de werkzaamheden en die schade in beginsel worden aangenomen indien de werkgever heeft nagelaten de maatregelen te treffen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden dergelijke schade lijdt. Voor de toepassing van deze zogenoemde arbeidsrechtelijke omkeringsregel is nodig dat de werknemer stelt en zo nodig bewijst dat i) hij zijn werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor zijn gezondheid, én ii) hij lijdt aan gezondheidsklachten die daardoor kunnen zijn veroorzaakt.”
Volgens de kantonrechter heeft de werknemer inhoudelijke (medische) onderbouwing aangeleverd o.a. de registratierichtlijn van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten waarin de beslisregel is opgenomen om te beoordelen of er sprake is van een beroepsziekte bij lage rugklachten sprake moet zijn van één van de genoemde risicofactoren. De werkzaamheden van de werknemer komen overeen met een aantal van deze genoemde factoren. Verder heeft werknemer gesteld dat werkgever pas sinds 2016 werkt met een RI&E. Ook heeft de werknemer een aantal getuigenverklaringen van oud-collega’s ingebracht. De werkgever heeft dit alles onvoldoende gemotiveerd betwist of weersproken. Het is volgens de rechter dus aannemelijk dat de werknemer tijdens zijn werk bloot is gesteld aan risico’s voor de gezondheid.
Ook aan de tweede voorwaarde voor omkering van de bewijslast is voldaan. Werknemer heeft met overlegging van medische rapportages aannemelijk gemaakt dat de gezondheidsklachten door de blootstelling aan gevaarlijke werkomstandigheden kunnen zijn veroorzaakt.
De vraag die daarna komt is of de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan.
De werkgever heeft onvoldoende gemotiveerd bestreden dat zij niet in strijd heeft gehandeld met artikel 3 Arbeidsomstandighedenwet. Werkgever heeft de gestelde gevaarzettende arbeidsomstandigheden niet gemotiveerd betwist. De omstandigheid dat de werknemer reeds vanaf 2004 in de winkel kon werken en op advies van de bedrijfsarts 'training on the job' kreeg is volstrekt onvoldoende om aan te tonen dat je hebt voldaan aan je zorgplicht.
Hetzelfde geldt voor de verklaring dat de werkgever al meer dan 30 jaar een verantwoordelijke medewerker in dienst heeft gericht op ARBO-beleid. Verder is gesteld noch gebleken dat werkgever niet in staat was het werk zodanig te organiseren dat het werk minder belastend was voor werknemer. De werkgever heeft in de procedure nog verzocht om alsnog een inhoudelijke onderbouwing aan te leveren. De kantonrechter heeft dit afgewezen. De werkgever heeft volgens de rechter voldoende mogelijkheden gehad om dit voorafgaand aan deze procedure bij de aansprakelijkheidsstelling en in de procedure zelf te kunnen doen.
De werkgever doet in de procedure nog een beroep op verjaring. Maar ook dat strandt. De verjaringstermijn is volgens de kantonrechter ingegaan toen werknemer het advies heeft gekregen van het Medisch Adviesbureau in 2017 waar in ondubbelzinnig is meegedeeld dat de klachten zijn veroorzaakt door het verrichten van de betreffende werkzaamheden. Daarop heeft de werknemer de werkgever op tijd, in 2018, aansprakelijk gesteld.
De werkgever is volgens de kantonrechter aansprakelijk en de schade is toewijsbaar. Het gevraagde voorschot van 30.000 euro wordt toegewezen.