WERKGEVERSVERENIGING VOOR BEDRIJVEN IN ENERGIE, TELECOM, RECYCLING EN MILIEU

Wij delen kennis en ervaringen

Welke verplichtingen heeft de werkgever in het kader van thuiswerken?

Als gevolg van de coronacrisis werken veel medewerkers ineens thuis. De Arbowet stelt eisen aan het thuiswerken. In dit artikel gaan we in op de regelgeving zoals die van kracht was vóór de uitbraak van de coronacrisis.

WENB Q&A - 465px

De coronacrisis heeft een heleboel zaken op zijn kop gezet. Werkgevers worden plotseling geconfronteerd met het feit dat een deel van het personeel tijdelijk, maar waarschijnlijk wel voor een langere periode aaneengesloten, thuis zit. Dit ontslaat de werkgever niet van de verantwoordelijk om te zorgen voor een zo’n optimaal mogelijke werkplek thuis.

Er geldt bij thuiswerk een 'verlicht arbo-regime', waarbij de werkgever moet zorgen voor een ergonomische ingerichte werkplek, voor zover dat redelijkerwijs van de werkgever kan worden gevraagd. De beoordeling daarvan is mede afhankelijk van de duur van het thuiswerk. Het daar waar nodig tijdelijk ter beschikking stellen van beeldschermen, muizen, toetsenborden en stoelen - als werknemers die thuis niet ter beschikking hebben - lijkt in dit geval van coronacrisis dan ook een prima oplossing om te voldoen aan deze arboregels. Ook hier is goed overleg tussen leidinggevende en medewerker van belang om wensen en mogelijkheden te verkennen.

Op grond van de huidige Arbeidsomstandighedenwet geldt: "de werkgever draagt zorg voor en voert een beleid dat is gericht op goede arbeidsomstandigheden".

Thuiswerken valt in het kader van de arbo-wetgeving onder 'plaatsonafhankelijke arbeid'. Voor thuiswerken en andere plaatsonafhankelijke arbeid geldt een verlicht arbo-regime. Dit houdt in dat bepaalde arbo-verplichtingen niet van toepassing zijn. Zo hoeft een werkgever niet te voldoen aan de concrete eisen van het gedeelte van het Arbobesluit waarin de verplichtingen ten aanzien van onder andere brandgevaar, vluchtwegen en kleedruimtes zijn bepaald, maar ook van de grootte van de werkruimte en de aanwezigheid van toiletten.

De introductie van het verlichte arbo-regime ontslaat de werkgever echter niet van de verplichting zorg te dragen voor een ergonomisch ingerichte thuiswerkplek. Concreet houdt dit in dat de werkgever erop moet toezien dat de thuiswerkplek ergonomisch is ingericht en als dit niet het geval is, dient de werkgever te zorgen voor de juiste arbeidsmiddelen zoals een ergonomische stoel of bureau. De kosten voor de ergonomische inrichting komen niet voor rekening van de werknemer.

Toezicht door de werkgever op de thuiswerkplek kan plaatsvinden door een bezichtiging van de werkgever of arbo-deskundige, maar in voorkomende gevallen kan ook worden gekozen voor controle door middel van foto- of filmmateriaal. De verplichting tot het zorgdragen voor een ergonomisch ingerichte werkplek geldt niet indien dit redelijkerwijs niet van de werkgever kan worden gevergd. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer slechts incidenteel voor korte tijd thuis wordt gewerkt.

Ook de plotselinge veranderingen in de bedrijfsvoering als gevolg van de coronacrisis, maakt het voor de werkgever meestal niet mogelijk om daadwerkelijk toezicht te houden op alle thuiswerkplekken. Het zou echter wel goed zijn dat de werkgever in zijn communicatie regelmatig aandacht besteedt aan de kwaliteit van de thuiswerkplek. De werkgever kan de medewerker ondersteuning aanbieden in de vorm van (ergonomisch) advies of door het lenen van bedrijfsmiddelen. Zo kan gezien de omstandigheden geprobeerd worden om tot een zo optimaal mogelijke werkomstandigheden te komen.